Waar ik nu ben

27 februari 2011 - San Cristóbal, Mexico

In San Cristobal, provincie Chiapas in Mexico. Dit is het zuidelijkste deel van Mexico en de meest arme provincie van het land. Hier wonen bijna alleen maar indianen. Ze zijn de afstammelingen van de vroegere Mayas. San Cristobal is een toeristisch stadje in de bergen (op plm 2200m hoogte) waar het in vergelijking tot de rest van Mexico vrij koel is ´s avonds (17-18gr). Er hangt een gemoedelijk sfeertje, veel tacobarretjes, ontzettend veel indianen op straat die je allerhande kleurige weefsels proberen te verkopen en een indianenmarkt die nogal lijkt op het waterlooplein; veel kleden in felle kleuren, gebreide shawls en truien, mutsen, etc.

We zijn hier gisteravond na een zeer vermoeiende rit aangekomen. Ik heb 3 dagen geleden voedselvergiftiging gehad van een of andere bedorven garnaal (tijdens een lunchstop in een overigens idyllisch restaurant aan de Golf van Mexico met uitzicht over het witte strand en de azuurblauwe zee) en daardoor heb ik in Palenque zowat alleen maar mijn hotelkamer gezien, en uiteraard ieder detail van de wc. Maar goed dat van die voedselvergiftiging was niet mijn punt, wel dat ik nogal gammel was en we vervolgens een rit van 250 km moesten maken over de enige weg van Palenque naar San Cristobal, dwars door de bergen, waar geen meter recht en horizontaal van was. Het was een cakewalk van ongeveer 6 uur! Om de reis wat te verlichten maakten we tussendoor 2 tussenstops bij prachtige (maar ook door veel toeristen bezochte) watervallen. Was mooi, maar was evengoed geradbraakt bij aankomst.

Vandaag maakte alles goed. We hebben vanochtend twee indianendorpen bezocht op 15 minuten rijden van hier. San Cristobal is het centrale punt voor alle indianen uit de omgeving, zo´n 95000 in totaal. Deze indianen zijn gesloten. Fotograferen is no-go area. Ze geloven dat iedereen, naast zijn mensenziel, ook een dierenziel heeft (de noordamerikaanse indianen noemen het een totem, hier net zoiets alleen een andere naam), en dat het nemen van een foto ervoor zorgt dat een stukje van de dierenziel wordt meegenomen. Als er maar vaak genoeg een foto van je wordt genomen raak je je ziel kwijt met de dood tot gevolg (wat kennelijk ook echt gebeurt, dat doodgaan). Niet-fotograferen is dus een vrij serieuze zaak. We hadden een superleuke gids (een latino; een blanke mexicaan, geen maya) die veel over de leefgewoontes en rituelen kon vertellen. We mochten het dorpje doorwandelen en in het huis van dorpsoudsten kijken doordat hij goede banden onderhoudt met de mensen van dit indianendorp. De kerk was het meest verbluffend. Deze 500 jaar geleden door de Spanjaarden gebouwde katholieke kathedraal is in de loop der eeuwen door de indianen tot een tempel gemaakt. Hun weerzin tegen westerse invloeden uit zich ook in een weerzin tegen het katholieke geloof. Ze hebben hun indianenrituelen daarom met het katholicisme vermengd. Het resultaat is een kerk die totaal niet meer op een kerk lijkt zoals wij die kennen. Er stonden geen banken meer in, geen altaar etc. Er is ook geen priester. Er waren talloze beelden in een soort etalagekasten achter elkaar en naast elkaar opgesteld, die ieder een beschermheilige van een specifieke dorpsgemeenschap in de omgeving voorstelden. Voor die beelden waren talloze kleine, dunne, dikke en grote kaarzen op de grond vastgesmolten en aangestoken als een soort offer (zoals wij ook kennen). Weer achter die kaarsen zaten her en der groepjes indianen te bidden en te chanten. Over het algemeen vrouwen met allerlei kleine kinderen die wat over de grond en over elkaar rondkropen. De vrouwen chanten zichzelf in trance om bijvoorbeeld een ziel die aangetast is weer schoon te maken. Een groepje had een levende kip bij zich die tijdens het chanten over het lichaam van een kind werd bewogen dat ondertussen verder speelde. Zo´n bidsessie kan 5 minuten duren, maar ook 7 of 8 uur. Er is eten en drinken aanwezig, ook alcohol. De kerk is voor alle indianen in de omgeving, dus er zijn dag en nacht, 24/7 mensen in de kerk aan het bidden. Het was er vrij donker en door de honderden kaarzen walmde het flink en was het een beetje nevelig. Tussen de ongewoon hoog zingende groepjes nogal vervuild ogende indianen liepen toeristen (wij dus ook) om te kijken. Niet dat die indianen zich daar iets van aantrokken. Verderop in de kerk was weer een ploegje indianenmannen bezig onder veel geschreeuw dakspanten naar beneden te sjorren ter voorbereiding van de carnavalsfestiviteiten van volgende week. En tussendoor dus ook nog een tokkelende kip. Heel apart. De gemiddelde katholiek zou er een toeval van krijgen, van zo´n heidense kerk! De indianen zijn echter heel duidelijk over de voorwaarden; iedereen doet daar zijn eigen ding, dat is heel persoonlijk, niet te veroordelen door anderen en je mag er zoveel tijd voor nemen als je wilt. Lijkt mij niets mis mee.

Vanavond ga ik naar een dansvoorstelling die de oorlog tussen 2 Mayakoninkrijken (destijds, rond 1000 na christus) verbeeldt. De voorstelling schijnt zich door de hele zaal af te spelen, heeft zo´n 20 acteurs, maakt gebruik van excentrieke kostuums en uitdossingen en er is veel (traditionele) muziek. Het klinkt spectaculair.